"Eerst buurten, dan zorgen"

Stichtse Vecht

BuurtzorgJong is een onderdeel van Buurtzorg Nederland. Over het hele land zijn er negen teams van BuurtzorgJong, na de zomer zijn dat er tien. Monique van den Dries is teamlid van een van deze teams. In Stichtse Vecht biedt zij op een innovatieve manier jeugdzorg aan. Dit is het eerste portret op Zorgenz van deze jonge club.


“De zorgconsulent van een woningcorporatie belde me over een alleenstaande mevrouw met kinderen die vanwege een grote betalingsachterstand haar huis dreigde te worden uitgezet. Met toestemming van deze mevrouw ben ik langsgekomen. Er speelde allerlei zaken: financiële problemen, niet genoeg geld voor eten, door partner verlaten en moeder pas overleden. De kinderen sliepen slecht en waren onrustig door het vertrek van vader en het overlijden van oma. Ik heb direct geregeld dat ze wekelijks een pakket van de Voedselbank kregen. We zijn samen naar de Sociale Dienst gegaan, hebben toeslagen aangevraagd en schuldsanering geregeld. Voor haar eigen problemen is ze in behandeling bij een psycholoog. Samen hebben we haar kinderen ondersteund in het rouwproces. We hebben bijvoorbeeld een doos gemaakt met daarin herinneringen aan hun oma. De woningcorporatie heeft de ontruimingsprocedure opgeschort en ik zoek nog een vrijwilliger om het gezin verder te ondersteunen. Maar ze hebben de draad weer aardig opgepakt. Dit is zo’n dankbaar werk. Ik heb tijd om het vertrouwen te winnen van dit gezin, dit hele proces met hen te doorlopen en het af te maken. Je kunt doorpakken”, zegt Monique van den Dries.

Eén partij

Dit praktijkvoorbeeld staat niet op zichzelf. De medewerkers van BuurtzorgJong zien het vaak: meerdere problemen tegelijk, waardoor cliënten kwetsbaar zijn. Ook maakt het de aanpak duidelijk: direct hulp bieden en pas loslaten als het gezin het zelf weer kan. Zonder wachtlijst, managers en administratieve rompslomp. Met één hulpverlener per gezin. Anders dan we gewend zijn in de jeugdzorg, maar uit een evaluatie van een BuurtzorgJong in Putten blijkt de werkwijze succesvol: de cliënt wordt direct geholpen door één partij. Het persoonlijk contact tussen de medewerker en het gezin of kind wordt gezien als een groot pluspunt.

Deur staat open

Het team is gehuisvest in een leeg schoolkaal van een middelbare school in Maarssenbroek. “We delen de ruimte met Vluchtelingenwerk. Er staat een grote keukentafel, met stoelen eromheen. Aan een zijde hebben we een werkplank met computers. De deur staat altijd open, als de herrie dat toestaat. We hebben gezocht naar een ruimte die representatief is en die dicht bij onze doelgroep ligt. Dat heeft ook zo uitgepakt: kinderen, jongeren lopen naar binnen om wat te vragen. Cliënten zien we hier bijna niet, we gaan vrijwel altijd op huisbezoek na een aanmelding. Dan kunnen we zien hoe het gezin eruit ziet en hoe het is georganiseerd.”

Juiste hulp inzetten

Na een aanmelding gaat het team naar het gezin toe en gaat daar eerst buurten en dan zorgen. Dat wil zeggen dat het opbouwen van het vertrouwen tussen de hulpverlener en het gezin centraal staat. Het gaat om hun vraag. Dat kost even tijd. “We nemen het hele gezin, het hele systeem mee in de vraag. We kijken bijvoorbeeld wat het effect van het gedrag van een kind is op het gezin. Ik heb HBO orthopedagogie maar schakel een collega in en maatschappelijk werk als er sprake is van financiële problemen. Ik blijf wel het aanspreekpunt voor het gezin. We zorgen ervoor dat het gezin, ouder of kind, de juiste zorg krijgt. Hebben we die niet zelf in huis, dan verwijzen we door. We helpen de cliënt daarbij, vragen na verloop van tijd ook of deze hulp helpt, of het beter gaat en of wij nog iets kunnen doen. We laten ze niet los als we verwijzen. We maken samen met de cliënt een zorgplan waarin we prioriteiten aangeven. We spreken af wanneer we zullen kijken of het beter gaat. Dat registreren we in een systeem.”

Uitbreiding

BuurtzorgJong is een team met professionals met een bredere kennis en ervaring. Als een gezin meerdere vragen heeft, hoeft daardoor minder snel te worden doorverwezen naar een andere hulpverlener. Het team in Utrecht is onlangs uitgebreid: binnenkort bestaat het uit vijf medewerkers. “We zitten heel vol, de vraag neemt toe. De provincie heeft experimenteergeld vrijgemaakt en daarvan kunnen wij een jeugdzorgwerker aanstellen. Dat is iemand van een instelling uit tweede lijn die hulp biedt op basis van een indicatie door Bureau Jeugdzorg. Het voordeel is dat we snel een aanbod in de eerste lijn kunnen inzetten, bijvoorbeeld intensief ambulante zorg, zonder eerste allerlei stappen te hoeven nemen. Het gaat hier vaak om situaties waar mensen al lang op hulp wachten. Hoe eerder we zorg kunnen inzetten, hoe gemakkelijker de problemen hanteerbaarder worden.”

Zelfsturend

Deze werkwijze is op zich niet heel nieuw, erkent Van den Dries. Dat bieden andere instanties ook. “Maar wij zijn zelfsturend en dat is innovatief. We kunnen snel schakelen, meepraten en meedenken op alle niveaus. We hoeven niet eerst te vergaderen, een plan te maken of te vragen of het mag. We signaleren iets en kunnen snel aan de slag en iets oppakken. We zagen bijvoorbeeld veel alleenstaande moeders hier in de wijk, overbezet en met een klein netwerk. Daar zijn we een inloopochtend voor gestart. De vrouwen regelen dat nu zelf. Het werkt ook andersom: we zijn door een school gevraagd sociale vaardigheidstraining te geven aan kleuters. We hebben ouderavonden georganiseerd en samen gekeken hoe we dit moesten aanpakken.”

Doeners

“We zijn doeners, we zijn flexibel en kunnen over de grenzen van ons eigen vakgebied kijken. We werken vaak ’s avonds, want dan kun je het gezin compleet treffen. Je moet kunnen inschatten wat nog veilig is voor een kind en wat niet meer. En wat kan en wat niet. Dat is een valkuil. Je moet kritisch blijven kijken: ben ik degene die dit gezin of kind de beste hulp kan bieden? Op deze manier werken moet wel bij je passen. Voor mij voelt het alsof we een samen een bedrijf hebben en ervoor verantwoordelijk zijn dat we goed draaien. Je moet bereid zijn iets te doen wat buiten je vakgebied ligt, maar wat wel moet gebeuren. Soms ben je lang aan het bellen en zoeken naar de juiste zorg.”

Mooie fietstassen

Van den Dries bezoekt cliënten het liefst op de fiets. “We hadden eerst mooie fietstassen met onze naam erop, maar we merkten dat mensen het niet prettig vinden dat onze fiets dan voor hun huis staat. Dus die tassen hebben we eraf gehaald. We proberen zichtbaar te zijn door overal aanwezig te zijn of mee te doen. Al is het maar om koffie te schenken. Ons gezicht laten zien, we constateren dat het werkt. Cliënten weten ons te vinden, ook via mond-op-mond reclame.”

Devies

Dat BuurtzorgJong volgend jaar doorgaat staat vast, maar het is nog onduidelijk in welke vorm en hoeveel geld ervoor beschikbaar is. “De gemeente wil graag met sociale wijkteams gaan werken. Wij zijn voorstander van een wijkteam jeugd, naast een team voor ouderen. Een wijkteam voor 0-100 jaar, dat gaat niet werken. Dat gaat veel te veel tijd kosten aan overleg en ik denk dat onze inhoudelijke expertise elkaar onvoldoende zal versterken.”

BuurtzorgJong een verlengde eerste lijn? “We zijn eerste lijn. We zitten tussen de jeugdgezondheidszorg en de gespecialiseerde zorg in. Zodra we merken dat het onverantwoord is of dat het kind niet veilig is, zetten we andere zorg in. Daar ligt onze grens. Zo lang wat nodig is, maar zo min mogelijk, is ons devies”, reageert Van den Dries.

Corina de Feijter