Corona: een inkijkje in ons werk 4
Wellicht heeft u ons eerder ‘Inkijkje’ en onze eerdere ‘Doorkijkjes’ ook gelezen. Alle casusbeschrijvingen zijn bedoeld om u een beeld te geven van ons werk en de leefsituatie van onze gezinnen in corona-tijd. Bij deze willen we nog een ‘Doorkijkje’ met u delen. Ook in dit ‘Doorkijkje’ belichten we één van de gezinnen; een willekeurig gezin.
Pien en haar gescheiden ouders
De ouders van Pien (4 jr) zijn anderhalf jaar geleden gescheiden. Pien woont bij haar moeder, er is regelmatig contact met haar vader.
Voorgeschiedenis:
Brenda, de moeder van Pien, meldt zich een half jaar geleden bij ons aan, vanwege financiële problemen. Brenda heeft veel stress door deze problemen. Lange tijd heeft ze geprobeerd haar financiële problemen zelf op te lossen. Helaas is dat niet gelukt. Samen met Brenda is gekeken welke opties er zijn om haar financiële situatie te verbeteren. Brenda wilde zich liever niet melden bij de schuldhulpverlening. Zij koos voor het aanbod van haar broer, die haar beloofd had haar financiële situatie op orde te brengen (weliswaar onder strikte voorwaarden), waartegen Brenda “ja” heeft gezegd. Een van die voorwaarden is dat Brenda hem helpt in zijn (transport-)bedrijf. Brenda, die tot dat moment geen werk heeft, ziet dat wel zitten. Ze helpt hem daar waar ze kan, en probeert dat zo goed mogelijk te combineren met de zorg voor Pien.
En dan komt corona!
Op het transportbedrijf van Brenda's broer is het razend druk! De inzet van Brenda is meer dan welkom. Maar Pien is inmiddels ook hele dagen thuis, de scholen zijn immers gesloten. Brenda laat haar broer weten dat ze het werken op zijn bedrijf niet kan combineren met de zorg voor Pien. Ze vraagt haar broer naar aangepaste werktijden. Daar wil haar broer niets van weten.
Brenda voelt zich klem zitten; tussen de druk om te werken/haar financiële situatie op orde te brengen en de zorg voor Pien. De zorg voor Pien wordt op dat moment al vaker dan voorheen, opgevangen door haar vader. Eerder woonde Pien namelijk bij moeder, ging zij om het weekend naar vader. Sinds de corona-tijd verblijft Pien grotendeels bij vader, gaat zij in het weekend (een dagdeel) naar moeder. Voor iedereen is dit wennen. De vader van Pien oefent druk uit op moeder; hij vindt dat zij in verzet moet komen tegen de onmogelijke eisen van haar broer. Moeder vindt dat ze niet zoveel te zeggen heeft. Ze voelt zich schuldig over de schulden die ze heeft, vindt dat ze dankbaar moet zijn dat haar broer wil helpen, vindt ook wel dat hij het onmogelijke van haar eist, “...maar zo is hij nou eenmaal, hij denkt heel zwart-wit.”
Daarnaast maakt Brenda zich zorgen om de opvoedsituatie bij haar ex. Ze vindt dat vader Pien te strak aangepakt (ze noemt haar ex een dominante man, een strenge vader). Brenda krijgt daar naar eigen zeggen “de rekening van” als Pien weer bij moeder is. Pien heeft dan slaapproblemen (moeite met inslapen, veel dromen) en snoept veel (volgens moeder eet ze haar emoties weg).
In de (telefonische) gesprekken die ik met moeder heb, geef ik haar tips om hierover het gesprek met vader aan te gaan. Deze tips lijken onvoldoende te helpen; ouders lopen steeds verder vast.
Moeder heeft via via gehoord over de noodopvang en zou graag zien dat Pien daar naar toe gaat. De structuur van de opvang en het contact met de andere kinderen daar, zal haar goed doen, denkt moeder. Ze heeft hierover ook al met vader gesproken, maar hij ziet de opvang niet zitten; enerzijds is hij bang voor de besmettingsrisico’s aldaar, anderzijds zegt hij in staat te zijn Pien op te vangen, al baalt hij ervan dat moeder haar deel niet pakt.
In het derde gesprek met beide ouders (we maken gebruik van beeldbellen) komt er meer verdieping. Moeder laat in dit gesprek huilend weten zich enorm schuldig te voelen. Ze voelt zich niet alleen schuldig over haar financiële situatie, maar ook over de zeer beperkte tijd die ze nu met Pien kan doorbrengen en het gegeven dat ze niet is opgewassen tegen haar broer. Een gezamenlijk gesprek met haar broer houdt moeder (vooralsnog) af. Ze wil het nog aankijken, weet ook dat hij handelt uit goede bedoelingen.
Wanneer we kijken naar de tijd die moeder met Pien doorbrengt, blijkt niet alleen de tijd beperkt, maar ook de kwaliteit van het contact. Moeder is vaak zo moe, dat ze niet anders kan dan op de bank “hangen”, terwijl Pien van haar iPad gebruik maakt. Beiden hebben doorgaans een zak chips binnen handbereik, die de maaltijd nog wel eens vervangt. We bespreken hoe moeder de kwaliteit van het contact kan verbeteren, bijvoorbeeld door samen een wandeling te maken, een spelletje te doen of samen iets te bakken.
We bespreken ook hoe moeder het bezoek aan Pien, als ze bij haar vader is, kan verbeteren. Gedurende de week, wanneer moeder op tijd klaar is met werk, gaat ze soms namelijk naar Pien, die dan bij haar vader is. Pien, die vooraf doorgaans niet weet dat moeder komt, heeft zo haar eigen plannen en gaat daarmee door, ook als moeder er is. Moeder zit dan bij vader/haar ex en zijn vriendin. Ze drinkt koffie met hen, in de hoop dat Pien erbij komt, maar Pien gaat gewoon door met haar plan, waarna moeder vervolgens gefrustreerd vertrekt. Ik wijs ouders erop dat voorbereiding en planning hen wellicht kan helpen. We spreken af dat moeder vooraf laat weten dat ze komt en ze (zo mogelijk) ook een tijdsindicatie geeft. Ik adviseer ouders een kindvriendelijke invulling voor het bezoek te plannen en dit alles (de komst van moeder, het verwachte tijdstip en de geplande activiteit) met Pien te communiceren en leg uit dat het ook positief kan werken als Pien mee mag denken in de invulling van het contact; zodat het echt iets van samen wordt.
In het vierde (telefonische) gesprek hoor ik van ouders dat de concrete tips hen geholpen hebben; de onderlinge contacten verlopen prettiger, iedereen ervaart meer rust en duidelijkheid. Moeder is tot de ontdekking gekomen dat ze doorgaans veel stress ervaart doordat ze “iedereen te vriend wil houden”. Dit is een hardnekkig, oud patroon, waar ze nu serieus aan wil werken. Ik verwijs haar hiervoor naar de praktijkondersteuner GGZ.
Volgende week weer een gezamenlijke belafspraak!